Dingen die je niet mag missen in de Kathedraal van Toledo

De kathedraal van Toledo is een architectonisch complex uit de 13e eeuw. Het is de belangrijkste toeristische attractie in deze stad van Castilla la Mancha en een van de meest gewaardeerde kathedralen in Spanje.

Als u een reis naar de provincie Toledo plant en niet weet wat er te zien en te doen is in Toledo, aarzel dan niet om de Catedral Primada in uw reisroute op te nemen. Lees verder om erachter te komen wat deze ongelooflijke plek te bieden heeft.

Het eerste wat u in de kathedraal van Toledo moet bezoeken is de kapittelzaal. Deze is verdeeld in twee delen: de zaal zelf en de voorkamer. Wat de voorkamer betreft, de bouw ervan dateert van 1500 tot 1512 en de architecten die het leven schonken waren Enrique Egas en Pedro Gumiel. Het heeft ook een prachtige gevel ontworpen door Copín de Holanda.

Het interieur van de antichambre is een mengeling van gotische en Mudejar-stijlen. Het is rechthoekig van vorm en aan de zijkanten bevindt zich een groot aantal kasten waarin de kapittelnotulen zijn opgeborgen. De kasten aan de linkermuur van de vestibule dateren uit 1549 en 1551. Die aan de rechterwand daarentegen zijn van 1780.

Wat de kapittelzaal zelf betreft, wordt u getroffen door de vergulde decoratie van Diego López de Arenas en Francisco Lara. Opvallend zijn ook de olieverfschilderijen met verschillende scènes uit het leven van de Maagd Maria en het lijdensverhaal van Christus.

Net onder deze schilderijen ziet u een reeks van 32 portretten van de eerste aartsbisschoppen van Toledo, geschilderd door Juan de Borgoña. In het midden van de achterwand van de kapittelzaal staat de aartsbisschopsstoel, het werk van Copín de Holanda. Als u niet het kleinste detail wilt missen, raad ik u een rondleiding door de kathedraal aan.

De kathedraal van Toledo heeft een Moors verleden, want hij staat op dezelfde plaats als de moskee van de stad. In die tijd werd de liturgie van de hispanische mozarabische ritus gevierd. In een poging ervoor te zorgen dat dit niet ten grave werd gedragen, stichtte kardinaal Cisneros in 1504 de Mozarabische kapel of Corpus Christi-kapel.

Aanvankelijk was deze plaats bedoeld om de mis in de Mozarabische ritus te horen, iets wat vandaag de dag nog steeds gebeurt. De architect aan wie wij het genoegen te danken hebben deze plaats te kunnen bezoeken is Enrique Egas. In 1622 brandde de kapel echter af en moest worden herbouwd door Jorge Manuel, zoon van de beroemde renaissanceschilder El Greco. De kapel werd voltooid in 1631.

Zodra u het interieur betreedt, ziet u een 17e-eeuwse koepel, die voorging boven wat eens de oude kapittelzaal was, waarvan nu alleen nog een sterrenhemel overblijft. Hier ziet u een prachtig mozaïek van de Maagd en het Kind en een gravure van Carlo Maratta die na een schipbreuk van de zeebodem werd gered.

Als u dit en de andere delen van dit christelijke monument wilt zien, raad ik u aan de openingstijden van de kathedraal van Toledo te bekijken.

In het centrale schip van de kathedraal van Toledo staat een enorm en opvallend koor. Vlak daarachter bevindt zich de koorzolder, die werd gebouwd tijdens het pontificaat van aartsbisschop Pedro Tenorio en dateert van het einde van de 14e eeuw. Er staan verschillende zuilen op, die vermoedelijk deel uitmaakten van de oude moskee van de stad.

De beelden op de koorzolder verwijzen allemaal naar de Heilige Schrift, zodat analfabeten de betekenis ervan konden begrijpen. De eerste van links verwijst naar de Schepping, met daarbij de verdrijving van Adam en Eva uit het Paradijs. Er zijn ook beelden die verwijzen naar scènes uit de zondvloed, en figuren die de onschuld en de schuld eren.

Op de plaats waar zich vroeger een deur in het midden van het transept bevond, staat nu een kapel ter ere van de Maagd van de Ster, met een in steen gehouwen beeld in gotische stijl. Als u naar rechts kijkt, ziet u de kapel van Santa Catalina, eveneens gewijd aan Santa Inés en Santa Águeda, die dateert uit 1516.

Aan de linkerkant daarentegen staat het altaar van de Verzorgde Christus. Het werk toont de dode Christus in de armen van de Maagd, samen met de Drie Maria's, de Heilige Johannes, Nicodemus en Jozef van Arimathea. Als u dit en de andere relikwieën van de kathedraal wilt leren kennen, raad ik u een rondleiding door de kathedraal van Toledo en zijn 5 schatten aan.

Van de 24 kapellen die in de kathedraal van Toledo te vinden zijn, is de eerste de Kapel van de Afdaling. Hoewel het niet zeker is, wordt aangenomen dat hier het hoofdaltaar van de kerk van Santa María stond.

Deze kapel is zeer belangrijk vanwege de legende die zegt dat de Maagd in het jaar 666 uit de hemel neerdaalde om aartsbisschop Ildefonso te belonen voor zijn verdediging tegen de ketterse doctrines van Ervigio.

Op de site vindt u een poort die het graf van kardinaal Moscoso, die in 1655 overleed, beveiligt. Er is ook een altaarstuk te zien van de beeldhouwers Covarrubias, Borgoña en Almonacid. Daarnaast ziet u een steen bewaakt door een traliewerk. Volgens de legende is dit de steen waarop de Maagd haar voeten liet rusten op het moment van de Afdaling.

Het bezoek aan de Kapel van de Afdaling is inbegrepen in de prijs van de tickets voor de kathedraal van Toledo.

Onder wat vroeger de Kapel van San Juan was, bevindt zich de Schatkamer. U komt er binnen via een façade van Covarrubias, die dateert uit 1537.

Twee beelden van klei sieren deze deur. Beide, uit 1523, zijn gemaakt door Olarte en stellen Christus voor met het kruis en de naast hem knielende heilige Petrus. De kamer wordt gedomineerd door een gipsen plafond dat oorspronkelijk deel uitmaakte van de Kapel van de Nieuwe Koningen.

De schatkamer bevat de belangrijkste goud- en zilverwerken van de kathedraal. Net boven de vitrines waarin ze zijn ondergebracht, zijn de schilderingen voor de wandtapijten te zien. De grote hoofdrolspeler is echter de processiemonstrans, waarvan wordt gezegd dat deze is gemaakt met het eerste goud dat uit de Nieuwe Wereld arriveerde.

Het was een erfenis van koningin Isabella de Katholieke aan kardinaal Cisneros. De monstrans is 2,5 meter hoog en bestaat uit drie delen. Hij bestaat uit 5600 stukken en 250 beeldjes van email en verguld zilver. Een diamanten kruis uit 1600 staat erboven. Naast de monstrans en de andere kunstwerken in deze zaal is een van de belangrijkste de Bijbel van Saint Louis, een geschenk van de Franse koninklijke werkplaats aan Alfonso X.

Als u de beuken verlaat via de Puerta de la Presentación, komt u bij de kloostergang, met houten deuren die dateren uit 1601. De eerste steen werd gelegd in deze hal op 14 augustus 1389, en het werk werd voltooid in 1399. De kruisgang van de kathedraal van Toledo bestaat uit vier galerijen van elk meer dan 50 meter.

De deur die naar de kruisgang leidt staat bekend als de Puerta del Mollete of Puerta del Niño Perdido. De muren ervan waren ooit versierd met schilderijen van Pedro Berruguete, maar tegenwoordig zijn er fresco's te zien van Mariano Salvador Maella en Francisco Bayeu, die werden geschilderd onder het aartsbisdom Lorenzana.

Een van de meest opvallende is die van de Santo Niño de la Guardia. Het schilderij verwijst naar een zeer oude legende uit de traditie van Toledo, volgens welke de Hebreeën besluiten de christenen een lesje te leren door een kind te ontvoeren in de stad La Guardia.

Als u verder loopt, ziet u ook een voetstuk en een steen ter herinnering aan de inwijding van de tempel. De kathedraal heeft ook een hoge kloostergang, die de residentie van het kapittel moest worden. Uiteindelijk werd het echter het onderkomen van de arbeiders van de kathedraal en bood het zelfs onderdak aan Isabella I en Filips II.

Naast het klooster ligt de kapel van San Blas, die werd gebouwd als begraafplaats voor aartsbisschop Tenorio. Het werk werd voltooid op 10 mei 1399, slechts 10 dagen voor de dood van de aartsbisschop. U kunt de kapel van San Blas binnengaan via een gotische deur die versierd is met afbeeldingen van de Assumptie.

Binnen kunt u een groot aantal frescoschilderingen bekijken die verschillende passages uit het leven van Christus uitbeelden. Door de ligging van de kapel heeft de vochtigheid echter de conservering ervan aangetast. In het midden van de kapel bevindt zich het witmarmeren graf van aartsbisschop Tenorio, dat naast het graf van de bisschop van Palencia ligt.

Ik vervolg deze rondleiding door de kathedraal van Toledo met de parochiekapel van San Pedro. Om deze te bereiken, moet u van de kapel van San Blas via de Puerta de Santa Catalina terug naar de hoofdbeuken van de kathedraal. Deze kapel dient als parochiekerk en werd in 1422 gesticht door aartsbisschop Sancho de Rojas. Binnen ziet u drie altaren versierd met schilderijen van Bayeu uit de 18e eeuw en het graf van de aartsbisschop.

Vlak voor de kapel stond ooit een steen in de vorm van een wieg waar kinderen werden achtergelaten die buiten het huwelijk waren verwekt of die waren geboren in gezinnen die niet voor hen konden zorgen.

De naam is de steen voor vondelingen en al degenen die erin werden geplaatst, stonden onder de hoede van de kathedraal. Er kwam een tijd dat deze zaak onhoudbaar werd voor de tempel, dus stichtte kardinaal Mendoza het Hospital de Santa Cruz, om deze kinderen te kunnen opvangen.

Zoals u overal in dit artikel heeft kunnen lezen, zijn er in de kathedraal van Toledo veel kapellen die zijn gebouwd als graftomben voor belangrijke leden van het aartsbisdom. Uiteraard kon niet iedereen toegang krijgen tot zulke rijke grafkelders, omdat de kosten van de bouw van de kapel en de bruidsschat voor de kapelaans die de missen verzorgden, hiermee gemoeid waren.

Na enige tijd werd de kathedraal aangetast door het grote aantal grafkelders en door de liturgische handelingen die ze met zich meebrachten. Zo werden de missen verboden op zon- en feestdagen. Voor allen die niet over de economische middelen beschikten die een kapel met zich meebracht, werd bepaald dat de grafkelders zich op gelijke hoogte met het plaveisel moesten bevinden.

Als u rond de kathedraal loopt, kunt u de verschillende graven zien in de grond waarop u loopt, evenals de inscripties met de geboorte- en sterfdata en de namen van de mensen die er zijn gevonden.

De Puerta del Reloj, ook bekend als de Puerta de las Ollas of de Puerta de la Chapinería, is een 15e-eeuws werk van bouwmeester Paulo. Aan de buitenkant zijn vier grote doeken te zien die verwijzen naar Sint Thomas van Aquino en verschillende momenten in de stichting van de kathedraal.

Boven de deur hangt een klok uit het einde van de 18e eeuw, waaraan de deur zijn naam dankt. Hoewel u het niet kunt zien, bevat het mechanisme een engel met een zeis die verwijst naar de dood.

Bovenaan, naast de deur, bevindt zich een hoorn waaraan een ketting hangt. Hoewel het niet bekend is, zeggen bepaalde legenden dat deze hoort bij een van de ossen waarop de eerste stenen van de kathedraal werden vervoerd.

Dit deel van de kathedraal kan enigszins overweldigend zijn voor het oog, want het is overladen met rijkdommen. Op de plaats waar hij nu staat, stond vroeger de kapel van de Oude Koningen. Een van de belangrijkste schatten van de hoofdkapel van de kathedraal van Toledo is het renaissance-rooster uit 1548, gemaakt door Francisco de Villalpando.

Aan beide uiteinden van het rooster staan twee beelden, het ene van de Maagd en het andere van de Heilige Gabriël. In het midden van het rooster is een wapenschild te zien met het keizerlijke wapen van Karel I. Het traliewerk is bekroond met een Christusfiguur.

De kapel, die vroeger de grafkapel was die koning Sancho IV liet bouwen, dateert uit de 16e eeuw. Voor de bouw ervan vroeg kardinaal Cisneros aan de katholieke vorsten om de vorsten over te brengen naar een andere kapel van de kathedraal.

Een van de belangrijkste onderdelen van de hoofdkapel is het polychrome houten altaarstuk, dat werd gemaakt door Petit Jean, onder leiding van Enrique Egas en Pedro de Gumiel. De bouw ervan duurde van 1498 tot 1504. Dit altaarstuk bestaat uit drie delen. In het midden bevindt zich het tabernakel, de plaats waar het geconsacreerde brood wordt bewaard voor het moment van de Eucharistie.

Aan de andere kant van de hoofdkapel bevindt zich een groot rooster dat het koorgedeelte beschermt. Het werd in 1548 gebouwd door Domingo Céspedes. Het rooster heeft twee toegangsdeuren en is gemaakt van ijzer, goud en zilver.

Het koor is een van de meest bijzondere plaatsen in deze tempel en wordt alleen gebruikt voor het bidden van de canonieke uren. Het bevindt zich in het hart van de kathedraal en heeft een koorsluiting en een koorzolder. Het lagere koor werd in 1495 gebouwd door Rodrigo Alemán en heeft 54 zitplaatsen waarin verschillende scènes uit de verovering van Granada door de katholieke vorsten zijn afgebeeld.

Zowel Alonso de Berruguete als Filips van Bourgondië namen deel aan het bovenste gedeelte. Dit maakt het mogelijk om in het bovenste gedeelte twee stijlen te onderscheiden. Het werk is gemaakt van walnotenhout en u ziet voorstellingen van verschillende figuren uit de kerk. Anderzijds ziet u boven de stoel van de aartsbisschop een beeldhouwwerk dat verwijst naar de Transfiguratie van de Heer. In het midden ten slotte ziet u ook een beeld van de Witte Maagd.